De autosnelweg en de autoweg

Snelheid op de autosnelweg

Wanneer de omstandigheden op de autosnelweg het toelaten, moet je rijden aan:

• Een minimumsnelheid van 70 km/u
• Een maximumsnelheid van 120 km/u

Je kan echter een bord tegenkomen met een lagere maximumsnelheid.

Dit bord geeft bijvoorbeeld aan dat de maximumsnelheid:

Snelheid op de afrit van de snelweg.

Wanneer je de autosnelweg gaat verlaten, zal je deze combinatie van borden tegenkomen.

Dit betekent dat de maximumsnelheid enkel en alleen op de afrit 70 km/u is.

Verkeerswisselaar

Wat is een verkeerswisselaar?

Een verkeerswisselaar is de lplaats waar twee of meer autosnelwegen elkaar kruisen. Dit maakt het mogelijk om veilig van de ene autosnelweg naar de andere over te gaan.

Rijden op een autosnelweg

In het algemeen moet je op de autosnelweg rijden op de meest rechtse rijstrook.

Toch zijn er uitzonderingen op de regel dat je altijd uiterst rechts moet rijden:

1. Bij een inhaalmanoeuvre (vergeet niet terug te keren naar de rechterrijstrook) ;
2. 

   Bij druk verkeer of filevorming ;

3. 

   Wanneer je portieken voor je ziet.

Wie mag er niet op de autosnelweg rijden?

Gebruikers die niet op de snelweg mogen rijden zijn:

• Voetgangers en fietsers ;
• Iemand die trek-/last-/rijdieren of vee geleidt/bewaakt ;
• "Langzame" voertuigen die de snelheid van 70 km/u niet kunnen halen;
• Bestuurders van bromfietsen (klasse A, klasse B en speed pedelec) ;
• Vierwielers zonder passagiersruimte ;
• Bestuurders van landbouwvoertuigen.

Wat is verboden op de autosnelweg?

• Achteruitrijden;
• Over de dwarsverbindingen rijden ;
• Omkeren ;
• In de tegenovergestelde rijrichting rijden (spookrijder) ;
• Stilstaan of parkeren op de pechstrook, oprit en afritten van snelwegen (behalve bij pech of ongevallen) ;
• Een voertuig slepen.

Motorfietsen in de file

In de file mogen motorfietsen tussen de twee meest linkse rijstroken rijden. 📌 Maar let op, er zijn grenzen! Ze mogen de snelheid van de andere voertuigen niet met meer dan 20 km/u overschrijden. Ze mogen nooit sneller dan 50 km/u rijden bij het voorbijrijden van de file.

⚠️ Voorbeelden :

• Als de auto's 10 km/u rijden, mag de motorfiets tot 30 km/h rijden.
• Als de auto's 40 km/u rijden, mag de motorfiets tot 50 km/h rijden (want dat is de maximale limiet).
• Als het verkeer sneller rijdt dan 50 km/u, moet de motorfiets op zijn rijstrook blijven.

Het verhaal van de rijinstructeur

Invoegen op de autosnelweg

Wanneer het verkeer het toelaat, moet je een minimumsnelheid van 70 km/u bereiken om de autosnelweg op te rijden.

Daarnaast moet je voorrang verlenen aan de bestuurders die al op de autosnelweg rijden.

Vraag voor een rijbewijs ? help_outline

Wat moet je als eerste doen voordat je de autosnelweg oprijdt? Je richtingaanwijzer inschakelen of je achteruitkijkspiegel controleren?

Antwoord weergeven

In de juiste volgorde:

1. Controleer je achteruitkijkspiegel ;
2. Schakel je richtingaanwijzer in ;
3. Voeg zo snel mogelijk in.

Het vergemakkelijken van het invoegen op de autosnelweg.

Zelfs als je voorrang moet verlenen bij het invoegen, kunnen bestuurders die al op de autosnelweg rijden uit hoffelijkheid je invoeging vergemakkelijken.

📌 Hoe kun je andere bestuurders helpen bij het invoegen?

• ✅ Tijdelijk van rijstrook veranderen : Als het verkeer het toelaat, verplaats je naar de middelste rijstrook om ruimte te maken voor voertuigen die de autosnelweg oprijden.
• ✅ Je snelheid aanpassen : Blijf je op de rechterrijstrook? Vertraag lichtjes of versnel een beetje om een voldoende grote opening te creëren.
• ✅ Let op richtingaanwijzers : Een voertuig op de invoegstrook heeft wat marge nodig om veilig in te voegen.
• ⚠️ Let op!
• ❌ Rem nooit plots op de autosnelweg om iemand te laten invoegen, dit is gevaarlijk voor achterliggers.
• ❌ Dwing geen rijstrookwissel af als de linkerrijstrook bezet is.

De pechstrook

De pechstrook bevindt zich aan de rechterkant van de rijstrook.

Deze strook maakt geen deel uit van de rijstroken.

Bij gevolg is rijden, stoppen of parkeren verboden op de pechstrook.

Twee uitzonderingen:

• Defect voertuig
• Ongeval

Tip: Als er tijdelijke oranje markeringen (werken) op een pechstrook staan, mag je er op rijden!

In geval van pech of ongeval op de autosnelweg.

Bij pech of een ongeval op de autosnelweg, vergeet niet om je gevarendriehoek meteen op minstens 100 meter achter je voertuig te plaatsen.

Op een autoweg moet deze afstand 30 meter zijn.

De gevarendriehoek moet op een afstand van 50 meter zichtbaar zijn voor naderende bestuurders.

Op de pechstrook moet je verplicht een geel veiligheidshesje dragen zodra je uit je wagen stapt.

De passagiers zijn echter niet verplicht deze te dragen.

Terwijl je op hulp wacht, moet je achter de vangrails blijven.

De autoweg

Het begin van de autoweg wordt weergegeven door het eerste bord, en het einde door het tweede.

Snelheid op een autoweg

Er is geen minimumsnelheid op de autoweg. Bovendien is de maximumsnelheid hetzelfde als op een gewone weg.

In de bebouwde kom bedraagt de maximumsnelheid :

• 50 km/u in Vlaanderen en Wallonië
• 30 km/u in Brussels Hoofdstedelijk Gewest

Buiten de bebouwde kom bedraagt de maximumsnelheid :

• 70 km/u in Vlaanderen en Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
• 90 km/u in Wallonië
• 120 km/h als er minstens 4 rijstroken zijn, met in elk rijrichting minstens 2 rijstroken die gescheiden zijn door een middenberm.

Herinnering van snelheidsbeperkingen

	Brussel-Hoofdstad	Vlaanderen	Wallonië
Bebouwde kom
Buiten de bebouwde kom
Snelweg

Wat is verboden op de autoweg?

• Over de dwarsverbindingen rijden ;
• Achteruitrijden, omkeren, spookrijden ;
• Je voertuig tot stilstand brengen of parkeren op de pechstrook, op opritten of afritten van de autosnelweg (behalve bij pech of een ongeval natuurlijk) ;
• Een auto slepen.

Wie mag er niet op een autoweg rijden?

• Voetgangers en fietsers ;
• Bromfietsen ;
• Landbouwvoertuigen ;
• Vierwielers zonder passagiersruimte ;
• Slepen van kermisvoertuigen.